De grote kracht van een nietige worm

De grote kracht van een nietige worm

“Ik ben een worm, en geen man.” Dit zijn bekende woorden uit psalm 22: 7. In deze psalm beschrijft David het lijden van de Heere Jezus. Achter de uitspraak “Ik ben een worm” gaat een wereld van symboliek en betekenis schuil. Pak je Bijbel erbij en lees mee hoe Jezus als een worm werd.

“Ik ben een worm”. Dit kleine, nietige diertje heet in het Hebreeuws 'tolaath', wat 'karmozijnworm' betekent. Voor de Joden was dit een bekend beestje. In het Oude Testament werd de worm om zijn rode karmozijnkleur verzameld en gebruikt. De kleur werd verwerkt in de kleding van de hogepriester en voor de doeken van de tabernakel.

Waarom zou David over Jezus profeteren dat Hij een worm is? Als je uitzoekt hoe de karmozijnworm haar jongen beschermt en hoe ze sterft, dan is dit een treffende overeenkomst met Jezus’ dood.

Deze worm lijkt op totaal niet op onze regenworm. Ze is meer een insect. Als de karmozijnworm jongen krijgt, dan kruipt ze naar een hout. Een paal, een tak of een boom. Aan dat hout klemt zij zichzelf vast, uiteindelijk sterft ze daar.
Zo hing ook de Heere Jezus aan het kruishout. De spotters hoonden Hem. Psalm 22:8 Allen die Mij zien, bespotten Mij, zij steken de lip uit, zij schudden het hoofd zeggende: Hij heeft het op de Heere gewenteld, dat Hij Hem nu uithelpe, dat Hij Hem nu redde, dewijl Hij lust aan Hem heeft.

De omstanders riepen het Jezus toe: als U werkelijk Gods Zoon bent, verlos U dan. Maar het was niet Jezus’ onmacht om Zichzelf te verlossen, waardoor Hij aan het kruis stierf. Het waren niet de spijkers, die Hem aan dat hout hielden. Het was de liefde tot Zijn Vader, en de liefde voor Zijn kinderen, waardoor Hij aan het kruis bleef hangen en de straf droeg.

Terug naar de worm. Het vrouwtje zit vastgehecht aan het hout. Nooit zal zij er vrijwillig af gaan. Niemand krijgt de worm zomaar van het hout. Als je dat zou proberen, wordt dat haar dood. Ze laat nooit uit zichzelf het hout los. Uit liefde voor haar jongen. Ze maakt een beschermend schild over zich, en legt haar eitjes onder zich. De eitjes komen uit en worden larven. Hoe gaan die larven eten? Bijzonder, zij voeden zich met hun levende moeder.

Jezus zegt van Zichzelf in Johannes 6: 54: Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven.
De karmozijnworm geeft haar lichaam als voeding aan haar jongen. Na drie dagen kunnen zij voor zichzelf zorgen. De moederworm sterft dan aan het hout. Op het moment dat zij doodgaat lekt er karmozijnrode vloeistof uit haar lichaam. Dit vocht druipt over haar jongen, en ook over het hout waar ze aan vastzit. De jongen zijn voor de rest van hun leven getekend met de kleur van hun moeder.

“Ik ben een worm”. Op Golgotha kleurde de kruispaal rood. Het bloed van Jezus stroomt als verzoening voor de zonden van al Gods kinderen. Als jij door dat bloed gered mag zijn, dan draag je dat je hele leven mee.

Tolaath, karmozijnworm. Een paar dagen na haar dood, valt het lichaam van de worm van de paal. Ze is nu niet meer rood, maar wit, en ze lijkt op een pluis witte wol die op de grond ligt. Denk eens aan Jesaja 1: 18 waarin God spreekt: Al waren uw zonden rood als karmozijn, ik zal ze maken als witte wol. Wat een symboliek!

De worm gaf door haar sterven leven aan haar jongen. Ook hierin zie je de vergelijking met de Heere Jezus. Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien. Het sterven van Jezus, werd het leven voor Zijn kinderen.

Wat een wonder, wat een zegen dat Jezus als een worm wilde worden!

Gemma Snoei

Thema

Dit artikel valt onder een van onze basis thema's:

Lees meer: