Een radicale omkeer

Wedergeboorte Een radicale omkeer

Wedergeboorte, bekering en geloof. Belangrijke woorden, want niemand kan het Koninkrijk van God binnenkomen zonder dat deze woorden beleefd zijn. Belangrijk ook, omdat God erdoor aan Zijn eer komt. Maar wat houden wedergeboorte, bekering en geloof eigenlijk in? We gaan erover in gesprek met ds. J.W. Verweij.

Kunt u in eenvoudige woorden uitleggen wat bekering is?
“Het is een radicale omkeer. Van nature lopen wij bij God vandaan. We staan niet met ons gezicht, maar met onze rug naar Hem toe. Bekering wijst op de omkeer, door God gewerkt, waardoor wij weer gaan zoeken en vragen naar de Heere. Niemand zoekt of vraagt uit zichzelf naar God. Maar God zoekt de doden op, Hij doet wonderen. Hij roept uit de duisternis van de geestelijke dood tot een nieuw geestelijk leven.”

Kunt u iets vertellen over het geloof dat je écht zalig maakt?
"Op catechisatie leer je dat er vier soorten geloof zijn: het tijdgeloof, het wondergeloof, het historisch geloof en het waar zaligmakend geloof. De eerste drie soorten geloof hebben geen verbinding in Christus. Door de wedergeboorte word je Christus ingeplant. Dit hoort bij het waar zaligmakend geloof. Een kenmerk van dit geloof is dat het zoekt en jaagt naar de Heere om Hem te leren kennen door de omgang met Hem. Het geloof is een hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. De gerechtigheid die God in de tien geboden eist. De gerechtigheid die je nooit zelf tot stand kunt brengen. Die Christus heeft aangebracht, door Zijn lijden en sterven. Het geloof is ook hongeren naar geestelijk eten en drinken. Het is een vertrouwen op de Heere. Het alleen maar van Hem verwachten."

Hoe kom je aan dit geloof?
“God werkt het geloof in het uur dat Hij een zondaar roept uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Dan stort Hij Zijn liefde uit in je hart. Er komt verwondering dat God zo’n mensenkind wil liefhebben en lief blijft hebben, ondanks alle zonden en tekorten. God heeft Zijn kinderen van eeuwigheid verkozen. Zij worden opnieuw geboren. In de Dordtse Leerregels, hoofdstuk 3 en 4, artikel 12, 13, 14 kan je daarover lezen. Het staat er zo mooi: God werkt het zonder ons, in ons. Het is een eenzijdig Godswerk. Het geloof is een gave van God, die krachtdadig en onwederstandelijk is. Het werk van de Heilige Geest gaat diep, het is indringend en radicaal. Het blijft niet onopgemerkt. God brengt in de oude mens, de nieuwe mens tot stand. Soms gaat dat plotseling, zoals bij Paulus. Het kan ook geleidelijk gaan. Dan wortelt het zaad, het ontkiemt en er komt een bewustzijn van God. Dat je tegen Hem hebt gezondigd en schuldig bent. Je gaat ernaar zoeken om de Heere Jezus te leren kennen, de gerechtigheid en de heiligheid van het Lam. Bij jezelf wordt het steeds onmogelijker. Je moet leren om het buiten jezelf te zoeken. Er komen tranen over de zonde en de schuld, een teer gebedsleven.”

Gaat dat bij iedereen op dezelfde manier?
“God is de volmaakte Pedagoog (Opvoeder), Die precies weet wat Zijn kind nodig heeft. Het ene kind heeft meer terechtwijzingen van de Vader nodig, voordat het luistert, dan de ander. De grond van zaligheid is alleen in Jezus Christus te vinden, alle eigen grond moet weggenomen worden. Er kan niet gesteund worden op boetetranen of op uitreddingen. Daarbij heeft de één diepere ontdekking nodig dan de ander. God gaat een andere weg met Petrus dan met Johannes. Maar het wezen is in ieder mensenleven hetzelfde. De drie stukken, ellende, verlossing en dankbaarheid, worden altijd geleerd. Iedere zondaar moet weten uit welke grote nood en dood hij verlost is en nog verlost moet worden. Wat niet uit God is, kan de hemel niet beërven.
Zo gaat God met iedereen Zijn weg. Bij Timotheüs zo heel anders dan bij Paulus. Er zijn veel Bijbelse voorbeelden gegeven. Er is echter geen meetlatje, waarmee wij elkaar de maat kunnen nemen. Alleen God oordeelt over het hart.”

Hoe leer je Jezus Christus kennen als je Zaligmaker? Moet je daar op wachten of vraagt de Heere daarin iets van ons?
“Het komen tot Christus is Gods werk. Het is een eenzijdig werk. Dat zorgt ervoor dat de mens niet op zichzelf moet blijven zien. Gods werk in het hart van Zijn kind is altijd vol wijsheid. Hij zorgt dat Zijn kind bij Christus komt. Veel kinderen van God zien wel de mogelijkheid tot zalig worden in Christus. Maar het moet persoonlijk toegepast worden. Hem moeten ze leren kennen als hun eigen Borg en Zaligmaker. Daar zoeken ze naar.
Het geloof werkt iets uit: het maakt actief. Paulus wist daar ook van. In de Filippenzenbrief zucht hij: Opdat ik Hem kenne en de kracht van Zijn opstanding. Er is zo oneindig veel te leren en te krijgen bij deze volkomen Middelaar.
Gods werk in het hart is heel wonderlijk. De Heilige Geest duwt als het ware met Zijn linkerhand, de mens bij God vandaan. Dat doet Hij door de scherpte van de wet. Met Zijn rechterhand trekt Hij naar de Heere toe. Dat doet de Heilige Geest door de beloften van het Evangelie. De Bijbel staat daar vol van. Die beloften geven vrijmoedigheid om te zoeken. Eén ding is zeker: De Heere bewijst Zijn hulp als je het op het allerminst verwacht.”

Wat betekent het geloof in de praktijk? Hoe wordt dit geloof zichtbaar?
“Het geloof geeft een onuitsprekelijke blijdschap in je hart. Dat begint al wanneer je jezelf mag vernederen voor de Heere en Hem al je schuld belijden. Daarin is een zoetigheid die niet onder woorden te brengen is.
Het geloof wordt zichtbaar in de vruchten van echte dankbaarheid. De wet komt dan weer terug, als regel tot dankbaarheid, zoals in de Heidelbergse Catechismus, zondag 32-52. Die wet kun je nooit volmaakt houden, maar er komt wel een zoeken naar die volmaaktheid.
Het geloof maakt actief. Paulus zegt erover: Ik jaag ernaar. Er komt een ijver om, indien het mogelijk zou zijn, zonder zonden in oprechtheid voor God te leven.”

De Bijbel roept op tot groei in de genade. Hoe kun je geloof oefenen?
“Het is belangrijk om actief met Gods Woord bezig te zijn. Daarmee voedt de Heere het verborgen leven van genade. Gods kinderen moeten staan naar het groeien in de kennis en de genade. Ze moeten niet lijdelijk afwachten. God schakelt ze in, roept hen op om Hem te zoeken. Hij spoort hen aan om de reinheid buiten zichzelf te zoeken. Een andere vrucht is het wandelen in gehoorzaamheid tot de Heere, in oprechtheid van het hart, ook naar de naasten toe. Veel kinderen van God blijven staan in het begin van het werk van de Geest. Ze willen de zoetigheid van het eerste, beginnende leven niet prijsgeven voor het ontdekkende werk van God. Dat werk is nodig, omdat ze moeten leren dat de zaak opgelost moet worden, dat er een Borg voor de schuld nodig is. Dat zie je terug bij de discipelen. Ze hielden van het leven dicht bij de Heere Jezus. Ze wilden niet dat Hij naar Golgotha zou gaan om te lijden en te sterven. Maar er moet aan Zijn gerechtigheid genoeg geschieden. Zonder schuldvergeving vaart niemand wel. Is de rekening van jouw zondeschuld uitgewist?”

Wat wilt u jongeren meegeven?
“Jozef werd naar Egypte verkocht. God zegende hem daar, zodat hij staande bleef in de verleiding met Potifera. Dat was Gods genade. In de Bijbel lezen we: ‘God was met Abraham’, ‘God was met Izak’, ‘God was met Jakob’. En dan staat er ook ‘God was met Jozef’. Hij is de God van het verbond, Hij zal Zijn naam voortplanten van kind tot kind. God gaat door met Zijn werk tot waarachtige bekering! Zoek Hem! Dat is de verplichting van het verbond. Zoek de Heere en leef! Het gaat erom dat de naam van de Heere alle eer krijgt. Daarom maakt Hij ook jongeren tot nieuw schepsel: ‘O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk’.
Het is voor mij een grote troost om te weten dat God doorgaat met Zijn werk. Van geslacht tot geslacht.
Zondaren zullen worden teruggetrokken tot God. Gods goedheid over de zondige mensenwereld houdt niet op tot de laatste dag. Het huis van de Heere moet vol worden. Hij maakt gebruik van mensen om deze boodschap te verkondigen. Zij mogen vertellen hoe groot en heerlijk Zijn genade is. En dit is het belangrijkste: God werkt al deze dingen tot Zijn eer en tot verheerlijking van Zijn naam en de komst van Zijn Koninkrijk.”

Dit interview verscheen eerder in Daniël.

Dordtse Leerregels Hoofdstuk III/IV, artikel 12

En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schriften gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt. (...)
Het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke verborgen, en onuitsprekelijke werking.

Thema

Dit artikel valt onder een van onze basis thema's: