Op een regenachtige dinsdagochtend worden we hartelijk ontvangen in de Scherpenzeelse pastorie. Ds. J. Beens zet voor ons een kop koffie en al snel zijn we in gesprek over de waaromvragen van het leven. Het blijkt al snel dat zorgen dit huis ook niet voorbijgaan.
Iedereen krijgt op z’n tijd te maken met vragen en raadsels, ook jonge mensen, aldus ds. Beens. Hij realiseert zich dat jongeren het niet gemakkelijk hebben in deze tijd en hij begrijpt hun vragen. “Maar, waaromvragen zijn van alle tijden. In de Bijbel komt deze vraag ook meer dan driehonderd keer voor op verschillende manieren.”
Waar komt de waaromvraag vandaan?
“De Heere Zelf stelt de eerste waaromvraag in Genesis 4 vers 6. “Kaïn is boos op God, want zijn offer wordt niet aangenomen en dat van zijn broer Abel wel. De Heere stelt Kaïn daarom een vraag. Waarom zijt gij ontstoken en waarom is uw aangezicht vervallen? Is er niet, indien gij weldoet, verhoging? En zo gij niet weldoet, de zonde ligt aan de deur.
De Heere lokt Kaïn uit en vraagt eigenlijk: ‘Waarom ben je boos?’ De Heere houdt hem een spiegel voor. We zien hier de zonde van de hoogmoed en het ten diepste boos zijn op God.”
In de psalmen stellen Gods kinderen de waaromvraag ook. Waarom doen ze dat?
Ds. Beens knikt instemmend. “Inderdaad lees je onder andere in Psalm 10 en Psalm 42 over de waaromvraag. Het gaat hier om de nood van een kind van God die de gemeenschap met de Heere kwijt is en omringd wordt door vijanden. Soms zit de grootste vijand in je. Als je zoiets ervaart, wordt het bang in je hart. En aan wie ben ik dan overgeleverd? Uiteindelijk lees je dat deze situatie verlangen geeft naar de Heere en dat de psalmdichter bij Hem terechtkomt. Hij komt weer bij die God, op Wie hij hoopt.”
Mag dat wel, God zo’n vraag stellen?
“Wij zijn zondige mensen en wij kunnen Gods wil niet doorgronden. Maar daarom hoeven we deze vragen niet weg te duwen. We moeten met deze vragen juist bij de Heere terechtkomen. Over de blindgeborene vroeg men zich ook af waarom hij blind was en wie er misschien had gezondigd: hij of zijn ouders. Weet je wat de Heere Jezus dan zegt? Dit is geschied opdat de werken Gods in hem geopenbaard worden. En dat is wat wij kwijtgeraakt zijn. We zijn niet van onszelf, we behoren God toe. Gods eer moet in ons leven openbaar komen.
In moeilijke omstandigheden kun je niet om de waaromvraag heen. Maar blijf je erin hangen, dan zul je niet bij God terechtkomen. Job wist van diep menselijk lijden. Wie kan zich met Job vergelijken? Hij raakte alles kwijt en zijn vrienden stelden hem waaromvragen waar Job niks mee kon. Lees Job 23 maar. Daar lees je over Jobs beleving. De Heere verbergt Zijn aangezicht voor Job en dat is zijn diepste lijden. Hij zegt: Zie, ga ik voorwaarts, zo is Hij er niet of achterwaarts, zo verneem ik Hem niet. En toch werd er van Job gezegd: nochtans schreef hij Gode niets ongerijmds toe.
Maar daarna horen we hem iets anders zeggen: Doch Hij kent den weg die bij mij is; Hij beproeve mij; als goud zal ik uitkomen.
Vuisten ballen, dat is hoe wij zijn, maar Job weet dat hij niets heeft verdiend en beseft wat de Heere daar tegenover nog geeft. Dit is nu genade!”
Meer lezen hierover? Kijk dan op bladzijde 8-11 van Daniël #21.
Lees meer over het magazine.