Het Wonderkind door het geloof omhelsd

Het Wonderkind door het geloof omhelsd

Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven (Jes. 9:5a).

Deze tekst lijkt wel op een geboortekaartje! ‘De Heere, Die leven gaf en leven spaarde, verblijdde ons met de geboorte van een zoon .. .’ Dit geboortebericht gaat echter over een Wónderkind! Men noemt Zijn Naam Wonderlijk. Jesaja, de evangelist van het oude verbond, is hier aan het woord. Want een Kind is ons geboren.
Jesaja roept het uit in heilige verwondering en aanbidding. Hij smaakt de zoete vrucht voor zijn ziel: Deze allen zijn in het geloof gestorven, de beloften niet verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien en geloofd en omhelsd (Hebr. 11:13).

De profeet spreekt over twee zaken: een geboren Kind en een gegeven Zoon. Christus is een geboren Kind. Dat wijst op Zijn menswording. Zijn diepe vernedering. Een kind is zwak, hulpeloos en broos. Hij kwam niet als de eerste Adam, als een volwassen man, maar als een Kind.

Wat een wonder als je het nut hiervan door het geloof mag belijden: ‘Dat Hij onze Middelaar is en met Zijn onschuld en volkomen heiligheid mijn zonde, waarin ik ontvangen en geboren ben, voor Gods aangezicht bedekt.’ Ieder kind op aarde wordt geboren om te sterven! Dit heilige Kind Jezus is ook geboren om te sterven. Hoewel Hij geen zonde heeft gekend. Hij werd geboren om te sterven in de plaats van al de Zijnen. Hij kwam om voor Zijn schapen de drievoudige dood te ondergaan en het eeuwige leven te verwerven. Het hout van de kribbe wijst naar het vloekhout van het kruis. En daarom: weg met alle valse, zoete kerstromantiek. In de stal van Bethlehem klinkt het ook: ‘God wil dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede!’

Het geboren Kind is een jongen. Een Zoon wijst op een mannelijk zaad. Het woord Zoon tekent Zijn Godheid. Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Dewelke Ik Mijn welbehagen heb. Dit woord drukt de onbevattelijke liefde van de Vader uit. Christus is de vrijwillige Gift van de Vader. Hij is gegeven. In de vrederaad, voor de grondlegging van de wereld, heeft het geklonken: Zie, Ik kom; in de rol des boeks is van Mij geschreven. Ik heb lust, O Mijn God, om Uw welbehagen te doen. Hij is gegeven. In het Evangelie, dat God Zelf in het paradijs heeft geopenbaard en daarna heeft laten verkondigen. Hij is gegeven in de volheid des tijds in de beestenstal van Bethlehem. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (Joh. 3:16).

Het woordje ons uit de tekst is wel van het allergrootste belang. Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven. Het komt er persoonlijk op aan dat Hij gegeven is in de beestenstal van mijn hart. Dat het Kind gelegd is in de kribbe van mijn ziel. Zal je nooit rusten, voordat je mag weten: niet alleen anderen, maar ook mij?

Behoor jij al tot het adventsoverblijfsel, dat uitziet naar de geboorte van deze Zaligmaker in de beestenstal van je hart? Zij kennen een schreeuwend gemis. Ze wonen in het land van de schaduw des doods. Ze hebben een Verlosser nodig van het juk van de wet, van de ondraaglijke last van hun zonden en plagen. Smeek of de Geest je overtuigt van je rampzalige staat. Zoek toch de Heere, terwijl Hij te vinden is. Zijn liefde breekt het hardste hart. Je leeft nog onder de prediking van het Evangelie van Kerst.

De Heilige Geest moet plaatsmaken voor dit Wonderkind, maar kan dit Wonderkind ook leggen in je lege armen, zoals bij Simeon. Een Zoon door Israëls God gegeven tot wijsheid, tot rechtvaardigmaking, tot heiligmaking en tot een volkomen verlossing. God zij dank voor Zijn onuitsprekelijke Gave!

Ds. M. Karens

Dit artikel verscheen eerder in de Daniël

Thema

Dit artikel valt onder een van onze basis thema's: