Wie schreef het?
De schrijver van het vierde Evangelie is Johannes. Hij is een van de zonen van Zebedeüs. In zijn beschrijving van het Evangelie noemt hij zich ‘de discipel die(n) Jezus liefhad’. In Johannes 13:23 ligt hij het dichtst bij Jezus aan de paasmaaltijd. In 19:26 gaat het om de discipel aan wie de Heere Jezus de zorg voor Zijn moeder toevertrouwt. In 20:2 is het de discipel die op de opstandingsmorgen samen met Petrus als eerste naar het graf gaat. In 21:7, 20 is hij aanwezig bij de verschijning van de opgestane Heere bij de Zee van Tiberias. En aan het einde van het boek, in 21:24, wordt hij de schrijver van deze evangeliebeschrijving genoemd. Eerst is Johannes een discipel van Johannes de Doper. Onvergetelijk is voor hem de eerste ontmoeting met de Heere Jezus. En het was omtrent de tiende ure (1:40).
Aan wie is het gericht?
Johannes schrijft voor een latere generatie christenen.
Hij woont in Efeze. Het is ruim zestig jaar geleden dat de Heere Jezus op aarde heeft geleefd en gewerkt. Allerlei vreemde dwalingen steken de kop op in Klein-Azië (het tegenwoordige Turkije). Als oog- en oorgetuige van het werk van de Heere Jezus schrijft Johannes dan nog eenmaal op wat hij gezien en gehoord heeft. Andere evangelisten hebben dat voor hem gedaan. Hun werk herhaalt Johannes dan ook niet. Maar hij richt zich op de christenen in Klein-Azië tegen het einde van de eerste eeuw. Voor de christenen in die tijd is het moeilijk om te geloven dat Gods Zoon werkelijk vlees geworden is.
Wat is de kern?
De kern van het vierde Evangelie is te vinden in Johannes 1:14: En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Johannes benadrukt hier tegenover de dwalingen, dat de Heere Jezus werkelijk mens geworden is. Zo woont (‘tabernakelt’) de Heere Jezus onder de mensen. Wanneer in de woestijntijd de wolk neerdaalde op de tabernakel, toonde God Zijn heerlijkheid. Dezelfde heerlijkheid wordt nu gezien in het vleesgeworden Woord. Johannes schrijft: En wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborene van de Vader. Jezus is de eniggeboren Zoon van God in het vlees, maar zonder zonde. Vol van genade en waarheid, zegt Johannes.