Nooit meer bidden om een nieuw hartje

Deze blog is geschreven door Leendert van Beek Nooit meer bidden om een nieuw hartje

“Ik leer mijn kinderen niet meer bidden om een nieuw hart.” Op de vraag waarom niet, zei ze: “Het kan maar zo zijn dat ze al van de Heere Jezus houden, en dan is bidden om een nieuw hart niet nodig.”

Ik ben benieuwd of jij weleens om een nieuw hart vraagt. Of vind je dat ook ouderwets net als die keurige Veluwse dame waarover ik pas las in een artikel van Bart Jan Spruyt? Hij raakte met deze vrouw in gesprek. Ze vertelde dat ze haar kinderen het avondgebedje Ik ga slapen ik ben moe niet meer liet zingen. Schoon mijn zonden vele zijn/ maak om Jezus’ wil mij rein. Die woorden kon je toch niet in de mond leggen van een jong, onschuldig, net gewassen en in een fris pyjamaatje gestoken kind? (…) Blijkbaar was er onzichtbaar en onhoorbaar iets verschoven en blijkt het moeilijk geworden, zelfs bij deze voorbeeldige dame, om onze kinderen te zien als onderdeel van een gevallen schepping.’

Ik dacht altijd dat in hartje Biblebelt juist het onvermogen van de mens wordt benadrukt: we zijn allemaal zondig, we moeten bekeerd worden, maar… God moet mij wel dat nieuwe hart geven, dat kan ik zelf niet. Een (halve) waarheid als een koe, want zo verschuilen we ons achter onze onmacht. Maar als ik die twee voorbeelden op me in laat werken, dan weet ik het niet meer zo goed. Wordt er over zulke belangrijke zaken niet stiekem toch echt anders gedacht? Geloven we nog dat we verdorven zijn, zelfs zo’n klein onschuldig pasgeboren baby’tje? En dat alleen Gods bovennatuurlijke genade ons kan redden? Dat we een nieuw hart moeten krijgen? Dat alleen de Heilige Geest dat in ons kan werken, en het niet kan door ons eigen doen en laten? Of begrijpen wij niet meer wat dat betekent? Als dat zo is, dan hebben we huiswerk.

Onze kinderen bidden voor en na het eten iedere keer om een nieuw hartje. Ik aarzel. Is dat nog wel van deze tijd? Tot ik bij het avondeten in de Bijbel lees: En Ik zal u een nieuw hart geven, en zal een nieuwen geest geven in het binnenste van u (Ezechiël 36:26). Na de maaltijd hoor ik de kinderstemmetjes: Heere, ik dank u voor het eten en drinken, en wilt U mij een nieuw hartje geven, om Jezus’ wil, amen. Toch maar volhouden én aanhouden. Laat de kinderkens tot Mij komen en verhindert hen niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods.

Kortgeleden overleed ons lieve buurmeisje van elf jaar. Op haar ziek- en sterfbed smeekte ze in kinderlijke eenvoud haar God om een nieuw hart. De inhoud van de Psalmen werd haar zielentaal. Op de dag van haar sterven zong zij nog: Vergeef mij al mijn zonden, Die Uwe hoogheid schonden. Ze heeft haar wens verkregen. Bid jij - net als zij - ook elke dag om een nieuw hart?

Thema

Dit artikel valt onder een van onze basis thema's:

Lees meer: